Baarmoederkanker- of endometriumkanker
Waar komt deze vorm van kanker voor?
Baarmoederkanker kan voorkomen in de drie lagen van de baarmoederwand.
- De buitenste laag: de sereuze baarmoeder of het perimetrium (1);
- De middelste spierlaag of het myometrium (2);
- De binnenwand of het endometrium (3) (baarmoederslijmvlies) dat bestaat uit twee lagen: de diepe basale laag (4) en het bovenliggende dekweefsel of epitheel (5).
De meeste kankers ontstaan in het epitheel van het endometrium.
Vandaar dat baarmoederkanker vaak wordt verward met endometriumkanker (kanker van het baarmoederslijmvlies).
Welke signalen zijn waarschuwingen?
Er bestaat niet zoiets als een screening op baarmoederkanker. Toch verdienen bepaalde klachten aandacht en moeten ze door een arts worden onderzocht.
- Metrorragie: bloedingen na de menopauze (zelfs indien eenmalig) of tussen twee menstruaties bij niet-menopauzale vrouwen;
- Menorragie: overvloedige en langere menstruaties;
- Witverlies met rozige kleur;
- Troebele of etterige afscheiding;
- Infectiesignalen: koorts, pijn in de onderbuik, moeilijk of pijnlijk urineren.
Diagnose
De arts geeft uitsluitsel over de kanker aan de hand van een aantal onderzoeken en een gesprek met de patiënt. Zo kan hij de onderbuik onderzoeken met een echografie, een stukje weefsel weghalen (biopsie) voor verder onderzoek of met een kleine camera de baarmoederwand onderzoeken (hysteroscopie). Soms wordt bij een biopsie en hysteroscopie verdoving gebruikt om de baarmoederhals pijnloos te kunnen verwijden.
Pas na de verdere analyse van de weefselmonsters (histologisch onderzoek) kan uitsluitsel worden gegeven over de kanker. Aan de hand van een MRI-scan (magnetic resonance imaging) van de bovenbuik en een onderzoek van de lymfeklieren rond de aorta of grote slagader, kan de arts bepalen in welke stadium de kanker zich bevindt en of hij al dan niet is uitgezaaid.
Wat is de meest effectieve behandeling?
De medische wereld onderscheidt verschillende stadia van baarmoederkanker op basis van een aantal criteria. Die zijn ook van belang voor de behandeling die na de diagnose wordt voorgesteld.
De verschillende stadia van de endometriumkanker worden bepaald door de omvang van de tumor
- Stadium I: de kanker is beperkt tot het endometrium of is niet verder dan halverwege de spierlaag doorgegroeid. Beperkt de kanker zich tot het epitheel van het endometrium dan spreken we van een kanker in situ (ter plaatse). Is de kanker echter uitgezaaid naar andere weefsels, dan is het een invasieve tumor;
- Stadium II: de tumor is doorgegroeid tot in de baarmoederhals;
- Stadium III: de tumor is gegroeid tot buiten de baarmoeder en bereikt omliggende weefsels of organen, zoals de sereuze baarmoeder, de eierstokken, de eileiders, de vagina of de lymfeklieren in de buik;
- Stadium IV: de tumor bereikt andere organen, zoals de blaas of de endeldarm. Of er zijn uitzaaiingen elders in de buikholte.
Het medisch team zal de locatie van de kanker analyseren, de aard van de tumorcellen en groeisnelheid van de tumor (graad van tumorale uitzaaiing). Het onderzoek gaat ook na of er kankercellen aanwezig zijn in de omliggende lymfevaten.
Bij de keuze van de behandeling houdt het medisch team rekening met de gezondheidstoestand van de patiënt, zijn leeftijd en zijn persoonlijke wensen.
De behandelingen
Chirurgische ingreep
Uitwendige of inwendige bestraling (curietherapie)
Chemotherapie
Hormoontherapie
Wat na de behandeling?
De follow-up kan eventuele ongewenste bijwerkingen van de behandeling onder controle houden, het risico op herval verminderen en de levenskwaliteit van de patiënt verbeteren. Een goede coördinatie tussen de verschillende medische experten (denk aan de specialisten en verzorgers die de behandeling doen, de huisarts…) is daarbij van belang. In een eerste fase gebeurt er om de vier tot zes maanden een controle. Daarna volstaat een jaarlijkse opvolging.
Publicatiedatum : 11-01-16