Baarmoederpoliep: een meestal goedaardige tumor
Een baarmoederpoliep is een uitwas die zich ontwikkelt in het baarmoederslijmvlies. Deze meestal goedaardige tumor manifesteert zich als bloedingen tussen de menstruaties of na de menopauze. Er bestaat een eenvoudige en snelle chirurgische behandeling.
Wat is een baarmoederpoliep?
Een baarmoederpoliep is een uitwas die zich ontwikkelt in het baarmoederslijmvlies (6 hieronder). Deze tumor, die vaak voorkomt en meestal goedaardig is, kan enkel- of meervoudig zijn. Baarmoederpoliepen worden het vaakst vastgesteld bij vrouwen in de menopauze en zijn zeldzamer bij vrouwen vóór de menopauze.
Symptomen
In de meeste gevallen veroorzaakt de aanwezigheid van een baarmoederpoliep geen symptomen. Maar er is een duidelijk signaal: bloedingen. Als u in de menopauze bent en bloedverlies opmerkt, aarzel dan niet om uw gynaecoloog te raadplegen. Zelfs als u niet in de menopauze bent, kan een bloeding tussen de menstruaties (ook metrorragie genoemd) wijzen op een baarmoederpoliep. Raadpleeg dan uw arts!
Oorzaken
Bij een vrouw in de menopauze is een poliep het gevolg van een ongewone verhoging van het oestrogeenniveau, wat een stimulatie van het baarmoederslijmvlies veroorzaakt. Ondanks de menopauze kunnen er oestrogenen (hormonen die het baarmoederslijmvlies stimuleren) aanwezig zijn, die een aangroei van het baarmoederslijmvlies en onder meer het ontstaan van poliepen veroorzaken. Die overproductie van oestrogeen kan afkomstig zijn uit twee bronnen:
- Extern: via een onevenwichtige hormonale substitutietherapie (HST). Als de behandeling de oestrogeenproductie niet voldoende compenseert met progesteron, blijft het baarmoederslijmvlies groeien.
- Endogeen: obese patiëntes produceren meer oestrogeen, wat het ontstaan van baarmoederpoliepen bevordert.
Bij vrouwen die niet in de menopauze zijn, blijven de oorzaken tot op vandaag onbekend, maar het ontstaan van een poliep is altijd te wijten aan een verhoging van het oestrogeenniveau.
Risicofactoren
Zoals hierboven vermeld, kunnen bij vrouwen in de menopauze obesitas en meer in het algemeen het metabool syndroom (hoge bloeddruk, diabetes, hypercholesterolemie ...) een overproductie van oestrogeen veroorzaken. In dat geval kunnen poliepen en endometriumhyperplasie (abnormale ontwikkeling van het baarmoederslijmvlies) verschijnen.
Het gebruik van een antihormonaal geneesmiddel tijdens een borstkankerbehandeling (tamoxifeen) verhoogt eveneens de kans om een baarmoederpoliep en/of afwijkingen in het baarmoederslijmvlies te ontwikkelen. Dat is echter geen reden om die behandeling niet voor te schrijven. Het volstaat om het baarmoederslijmvlies bij deze patiëntes goed in de gaten te houden.
Bij vrouwen die niet in de menopauze zijn, kunnen het metabool syndroom en obesitas eveneens het ontstaan van poliepen bevorderen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
In geval van bloedingen tussen de menstruaties of na de menopauze, voert uw gynaecoloog eerst een echografie van het bekken uit, om de diagnose te stellen, die vervolgens wordt bevestigd via een diagnostische hysteroscopie. Met dat onderzoek, dat een direct beeld geeft van de binnenkant van de baarmoeder, kan de arts de eventuele aanwezigheid van poliepen exact meten (bij een echografie wordt vaak een foutpositieve diagnose gesteld) en kan hij de grootte, het aantal en het uitzicht van de poliep(en) bepalen. Een poliep kan enkele centimeters groot zijn of de volledige baarmoederholte innemen. In bepaalde gevallen maakt een hysteroscopie het daarnaast mogelijk om de poliep(en) rechtstreeks te verwijderen of een biopsie van het baarmoederslijmvlies uit te voeren.
Wat is het verschil tussen een fibroom en een poliep?
Op het eerste gezicht lijken deze twee goedaardige tumoren, die zich voordoen aan de binnenkant van de baarmoeder, op elkaar. Toch zijn er enkele verschillen:
- De samenstelling ervan: een fibroom is samengesteld uit spierweefsel van het myometrium (de dikste tussenlaag van de baarmoederwand, tussen het baarmoederslijmvlies en de buitenbekleding van de baarmoeder). Een poliep bestaat uit baarmoederslijmvliesweefsel.
- De omvang ervan: een fibroom kan zo groot worden als een meloen, terwijl een poliep nooit groter is dan enkele centimeters.
- Het resorptievermogen: een fibroom kan niet kleiner worden. Een poliep kan verdwijnen.
- De impact ervan op de baarmoeder: een fibroom kan de baarmoeder vervormen. Een poliep vervormt de baarmoeder niet.
Zeldzame complicaties
De meeste gediagnosticeerde poliepen zijn goedaardig. Soms (in minder dan 5% van de gevallen) evolueren ze tot baarmoederslijmvlieskanker, de meest voorkomende gynaecologische kanker in de bekkenstreek, maar met de beste prognose. De transformatie van een poliep in baarmoederslijmvlieskanker gebeurt meestal na de menopauze, dus bij oudere vrouwen.
Anderzijds kunnen baarmoederpoliepen ook onvruchtbaarheid veroorzaken, doordat ze de innesteling van het embryo verhinderen of aan de oorsprong liggen van een miskraam ('spiraaleffect' door een vreemd lichaam in de baarmoederholte). Daarom verwijdert de gynaecoloog in een context van vruchtbaarheid systematisch de uitwas. Niettemin leiden poliepen niet automatisch tot onvruchtbaarheid, aangezien sommige patiëntes met poliepen toch zwanger worden.
De kans bestaat dat een verwijderde poliep terugkeert. Raadpleeg regelmatig uw gynaecoloog om de evolutie ervan op te volgen. Bij een vrouw die niet langer een kinderwens heeft, wordt vaak voorgesteld om het volledige baarmoederslijmvlies weg te nemen. Het wordt systematisch verwijderd bij vrouwen in de menopauze
Behandelingen
De hoofdbehandeling van baarmoederpoliepen is de verwijdering ervan door chirurgische hysteroscopie. Met behulp van een minicamera en micro-instrumenten (kleine schaartjes) snijdt de gynaecoloog de poliep door en verwijdert hij hem. Tegenwoordig worden dergelijke chirurgische ingrepen uitgevoerd onder plaatselijke narcose of zonder verdoving, tijdens een eenvoudige raadpleging of ambulant. In bepaalde gevallen (grote poliepen, talrijke poliepen, slechte tolerantie van de patiënte ...) moet de ingreep worden uitgevoerd onder lichte narcose tijdens een dagopname. Na de operatie worden de verwijderde elementen onderzocht in een laboratorium om na te gaan of het om goedaardige poliepen gaat.
Aan vrouwen in de menopauze die meer dan één poliep hebben, stelt de arts voor om het volledige baarmoederslijmvlies te verwijderen (endometrectomie), om het risico op recidive en baarmoederslijmvlieskanker te verminderen.
Dit artikel kwam tot stand onder leiding van dr. Mathieu Luyckx, gynaeco-oncoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc.
Publicatiedatum : 31-03-2020