point-d-interrogation

Wat is het?

De bevruchting vindt plaats wanneer een zaadcel en een eicel – de geslachtscellen – elkaar ontmoeten. Dat is enkel mogelijk rond de eisprong: enkele dagen ervoor en een dag erna, dus tijdens de vruchtbare periode van het koppel.

De wedren naar de eicel

Vóór de bevruchting storten de miljoenen zaadcellen die bij de ejaculatie in de vagina terechtkomen, zich in een wedren. Dankzij hun flagel, een klein staartje, kunnen ze zich voortbewegen in de voortplantingsorganen van de vrouw.

Op het moment van de eisprong wordt het slijm van de baarmoederhals opgebouwd om hun doorgang in de baarmoeder te vergemakkelijken. Het houdt echter de zwakste en misvormde zaadcellen tegen zodat die de eicel niet kunnen bevruchten. Amper 1% van alle mannelijke voortplantingscellen slaagt erin de baarmoederholte binnen te dringen.

De zaadcellen zwemmen vervolgens verder in de baarmoeder tot aan de eileiders. Na ongeveer anderhalf uur bereiken zo’n 100 tot 200 van deze cellen het buitenste derde van de eileider. Daarin komt de eicel langzaam naar beneden wanneer ze uit de follikel is gestoten.

Eén zaadcel zal erin slagen tot bij de vrouwelijke voortplantingscel te komen, door het buitenste membraan te breken en er binnen te dringen, waarna de doorgang voor de achtervolgende zaadcellen definitief wordt afgesloten.

Op dat ogenblik vindt de bevruchting plaats.

Anim-un-spermatozoide

Het ei daalt af naar de baarmoeder

Enkele uren na de bevruchting smelten de chromosomen van de 2 voortplantingscellen samen tot één cel: het ei. Het begint zijn afdaling via de eileider, waar het wordt gevoed. Dat duurt 3 à 4 dagen. Tijdens die tocht zet de celdeling zich voort en het ei lijkt nu op een moerbei (het wordt “morula” genoemd (4)).

5 dagen na de bevruchting komt het ei in de baarmoeder aan. Het zweeft eerst wat rond in de holte terwijl het slijmvlies zich voorbereidt om het op te nemen. Het ei bestaat nu uit 2 soorten cellen: de embryoblast in het midden en eromheen de trofoblast, die later uitgroeit tot de placenta.

Fecondation_Nidation

*. Ovulatie / 0. Bevruchting / 1. Dag 1:Stadium 2 cellen / 2. Dag 2:Stadium 4 cellen / 3. Dag 3:Stadium 8 cellen / 4. Dag 4:Stadium morula / 5. Dag 5 en 6:Stadium vrije bllastocyt / 7. Dag 7:Innesteling

De innesteling

Na de bevruchting wordt de menstruatiecyclus onderbroken en verandert het hormonale evenwicht. In de eierstok blijft het gele lichaam, de vroegere ovariële follikel, oestrogenen en vooral progesteron afscheiden. Dat hormoon, dat de bijnaam “zwangerschapshormoon” kreeg, zorgt onder andere dat de baarmoeder niet samentrekt zodat ze het ei niet kan uitdrijven. Daarnaast verrijkt het ook het baarmoederslijmvlies.

Zeven dagen na de bevruchting nestelt het bevruchte ei zich daar. Dat is de innesteling. In dat stadium hecht het ei zich op een geschikte plek en uiteindelijk verdwijnt het in het diepe weefsel. Het ei ontwikkelt zich verder door zich rechtstreeks aan de bloedvaten van de moeder te koppelen. De eerste uitwisselingen beginnen en duiden op het begin van de zwangerschap.

Het ei scheidt het hormoon choriongonadotrofine (hCG) af zodat het zeker ingenesteld blijft. Dit hormoon moet het gele lichaam werkzaam houden zodat het zijn hormoonproductie voortzet, want die is essentieel tijdens het eerste trimester. Daarna neemt de placenta die rol over.

Picto_thermometre

Zijn er symptomen?

De allereerste tekenen van een zwangerschap zijn al op te sporen vanaf de bevruchting, maar vooral vanaf de innesteling.

Vrouwen die hun temperatuurcurve analyseren, kunnen ervan uitgaan dat de bevruchting heeft plaatsgehad als hun temperatuur hoger blijft aan het einde van hun cyclus (meer dan 37 °C). De zwangerschap moet daarna uiteraard nog bevestigd worden met een zwangerschapstest.

 

De meest gebruikte test meet de hoeveelheid hCG-hormoon in het bloed. Dat is op te sporen vanaf de 9de dag na de eisprong. Urinetesten werken volgens hetzelfde principe, maar leveren pas enkele dagen later een betrouwbaar resultaat op.

 

Test_grossesse

Artikel opgemaakt onder toezicht van Dr Gautier Vandenbossche
Publicatiedatum : 25-03-2016