De eierstokcysten
Wat is een eierstokcyste?
Een cyste is een blaasje of een kleine holte gevuld met vocht. Dat kan bloed zijn, of slijm, of verschillende soorten weefsel. Een eierstokcyste is dus een holte in of aan een eierstok.
Ze komen vrij vaak voor bij meisjes en jonge vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
Voorschrift: 1. Baarmoeder/ 2. Baarmoederhals / 3. Eileiders / 4. Eierstokken/ 5. Vagina / 6. Cysten
Wat zijn de symptomen?
De meeste eierstokcysten geven geen klachten. Heel vaak wordt de cyste, indien klein van omvang, per toeval ontdekt tijdens een gynaecologisch consult. Wordt de cyste omvangrijker, dan kan ze ongemak veroorzaken gaande tot pijn in de onderbuik en druk op de blaas of de ingewanden.
Bij de meeste vrouwen uit een cyste zich echter door bloedingen tussen de menstruaties of menstruatiestoornissen, zoals abnormaal overvloedige, pijnlijke of onregelmatige menstruaties.
Een cyste kan de eierstok evenwel om zijn as doen draaien (= torsie) zodat de bloedtoevoer wordt afgesneden en de eierstok dreigt af te sterven. Dat veroorzaakt plots zeer hevige pijn met misselijkheid en braken. Een dringende operatie is dan nodig om de eierstok te redden.
Bepaalde cysten met een bloederige inhoud kunnen openbarsten en ook hevige pijn veroorzaken met bloeduitstorting in de bekkenruimte. Wanneer deze bloeduitstorting groot is en de patiënte pijn heeft, is een heelkundige ingreep nodig.
Alleen door zijn aanwezigheid kan een cyste de normale rijping van de eicellen verstoren en zo vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken waardoor een koppel langer kan moeten wachten op een zwangerschap.
De vaakst voorkomende oorzaak van een eierstokcyste is hormonale ontregeling, verantwoordelijk voor follikelcysten.
Hoe ontstaan eierstokcysten?
Er bestaan verschillende soorten eierstokcysten:
Follikelcyste
Na de menopauze zijn er geen eisprongen meer en is het risico op ontstaan van een follikelcyste klein.
bijdschrift : 1. Ovaria/ 2. Ovocyt / 3. Eileider / 4. Geel lichaam / 5. Eierstokcysten
Cystadenomen
Dermoïdcyste
Chocoladecysten
Welke onderzoeken?
Met een vaginaal toucher tijdens het gynaecologische onderzoek kan de aanwezigheid van grote cysten worden opgespoord. Wanneer de gynaecoloog een massa voelt, zal hij een inwendige echografie via de vagina voorstellen.
Toont de echografie geen tekens van kwaadaardigheid (dus geen woekeringen in de cyste, dunne wand, alleen vloeibare inhoud) bij een vrouw die niet in menopauze is, kan hij of een controle voorstellen na de menstruatie ,of de patiënte een anticonceptiepil of een progestativum voorschrijven om de eierstokken op rust te zetten. Een controle na een of twee maanden is vereist.
Heeft de gynaecoloog integendeel twijfel over de goedaardigheid van de cyste (woekeringen of tussenschotten in de cyste, dikke wand), dan schrijft hij een bloedanalyse voor met bepaling van CA-125 (een tumormerker van de eierstok) en beeldvorming met magnetische resonantie (MRI) van het bekken. Bij postmenopauzale vrouwen met een cyste groter dan 3 cm zijn een CA-125-bepaling en een MRI van het bekken van meet af aan aangewezen.
Verwar een eierstokcyste niet met het syndroom van de micropolycystische ovaria. Bij dit syndroom is de hele eierstok in volume toegenomen en zijn talrijke kleine cysten (kleiner dan 10 mm) aanwezig. Vrouwen met dit syndroom produceren meestal een overmaat aan mannelijke hormonen met als gevolg acne en overdreven beharing. Ze hebben eveneens overgewicht, eiersprongstoornissen met onregelmatige cycli en onvruchtbaarheid.
Wanneer is een operatie nodig?
Cysten zonder tekens van kwaadaardigheid (dat is met alleen vloeistof, een dunne wand, eerder klein volume), zonder klachten, moeten niet onmiddellijk worden geopereerd.
Een behandeling op basis van een anticonceptivum of een progestativum, om de eierstokken op rust te stellen, en een controle met echografie bij de gynaecoloog twee maanden later is wel vereist.
Integendeel, grote cysten of cysten met onrustwekkende tekens op de echografie (zoals woekeringen, een dikke wand, tussenschotten, een heterogeen beeld…) moeten nader worden onderzocht met een CA-125-bepaling en een MRI van het bekken.
Naargelang het resultaat van deze bijkomende onderzoeken, zal een heelkundige behandeling met de patiënte worden besproken.
Welke soort operatie?
Vandaag gebeuren de meeste ingrepen via een kijkoperatie. Na de menopauze worden beide eierstokken meestal weggenomen om recidief in de andere eierstok te vermijden.
Bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd wordt geprobeerd om alleen de cyste te verwijderen. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk van de eierstokken intact te laten om zo de kansen op een toekomstige zwangerschap te vrijwaren.
Als uit microscopisch onderzoek blijkt dat de cyste kwaadaardig is, wordt in een tweede tijd een buikoperatie uitgevoerd waarbij de lymfeklieren en het buikvlies in de omgeving worden weggenomen.
Preventief kan de eierstok op rust worden gesteld met een anticonceptiepil waardoor de vorming van follikelcysten wordt vermeden. Vrouwen met vrouwelijk familieleden die lijden aan eierstokkanker of eraan gestorven zijn, moeten regelmatiger bij de gynaecoloog langsgaan voor een controle.
Publicatiedatum : 20-06-2017