De verschillende generaties van pillen: wat zijn de verschillen en risico’s?
Die indeling in generaties betekent niet dat de recentste pillen de voorkeur genieten omdat ze doeltreffender zouden zijn. Alle combinatiepillen zijn immers allemaal even doeltreffend. Meer informatie over de werking van de pil
De pil van de 1ste generatie
De eerste anticonceptiepillen verschenen in de jaren zestig en bevatten een hoge dosis of macrodosis oestrogenen (50 µg) en het progestativum norethisteron.
Gebruiksters kunnen onaangename bijwerkingen ondervinden zoals het vasthouden van vocht, gespannen borsten, misselijkheid en migraine. Er zijn nog enkele merken van deze pil te koop.
De pil van de 2de generatie
In de jaren zeventig werden de pillen van de tweede generatie geïntroduceerd. Die zijn vandaag nog steeds verkrijgbaar. De gebruikte progestativa zijn levonorgestrel en norgestrel. Door het gebruik hiervan volstaat een lagere dosis oestrogenen (< 50 µg) zodat de gebruiksters minder bijwerkingen ondervinden. Deze pillen worden daarom pillen met een minidosis genoemd. Sommige vrouwen hebben echter toch last van ongewenste bijwerkingen zoals misselijkheid, acne of spotting.
De pil van de 3de generatie
De pillen van de derde generatie dateren uit de jaren tachtig en negentig. Ze bevatten slechts een lage dosis oestrogenen (< 35 µg) dankzij de nieuwe progestativa die worden gebruikt: desogestrel, gestodeen en norgestimaat. De gecombineerde werking van twee soorten hormonen heeft een positief effect op de beperking van acne, maar houdt in vergelijking met pillen van de tweede generatie een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie in.
De pil van de 4de generatie
De anticonceptiepillen van de vierde generatie tot slot onderscheiden zich door de nieuwe synthetische progestagenen die ze bevatten, met drospirenon als meest voorkomende. Ze verhogen net als de pillen van de derde generatie het risico op veneuze aandoeningen (waaronder aderontsteking).
De pillen van de 3de en 4de generatie: risico’s en voordelen
Het gebruik van een pil van de derde of vierde generatie houdt in vergelijking met pillen van de tweede generatie dan wel een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie in, toch zijn er ook argumenten die de patiëntes kunnen geruststellen.
- Het risico is erg klein: jaarlijks ongeveer 6 à 8 op 10 000 vrouwen.1
- Het risico is het grootst tijdens de eerste maanden waarin de pil wordt genomen, maar neemt af in de loop der tijd.
- Voor patiëntes die voor het eerst de pil nemen, raden sommige officiële organisaties voor volksgezondheid aan om bij voorkeur een pil van de 2de generatie voor te schrijven en de pillen van de nieuwste generaties pas te gebruiken als die andere pil niet goed wordt verdragen.
- Een vrouw loopt tijdens een zwangerschap en in de eerste weken na een bevalling meer risico op veneuze trombo-embolie dan wanneer ze een pil van de nieuwste generatie gebruikt.2
- De risico’s voor arteriële complicaties zoals een CVA of een hartinfarct zijn bij elke generatie van de pil even groot. De risico’s zijn groter bij patiëntes die roken, overgewicht hebben of aan bepaalde ziekten zoals diabetes lijden. Pillen met hoge dosissen ethinylestradiol houden echter meer risico in.
- Bij vrouwen zonder contra-indicaties wegen de voordelen van alle combinatiepillen nog altijd op tegen de nadelen.
Publicatiedatum : 11-01-16
Bron 1 : Lidegaard et al, BMJ 2009;339:b2890
Bron 2 : AFMPS, Mise au point relative aux contraceptifs oraux combinés, 24-01-2013, www.fagg-afmps.be