Het hormoonimplantaat: anticonceptie op lange termijn
Is het implantaat geschikt voor alle vrouwen?
Het implantaat bevat een progestatief hormoon, maar geen oestrogenen. Het is dus geschikt voor vrouwen die geen anticonceptiemiddel met oestroprogestativa kunnen of willen gebruiken, zoals een ring, anticonceptiepleister of combinatiepil.
Toch zijn er contra-indicaties, zoals leverproblemen, borstkanker, kanker aan de geslachtsorganen, een aderontsteking of een longembolie. Net als bij andere hormonale anticonceptiemiddelen moet de gynaecoloog eerst de persoonlijke en familiale voorgeschiedenis van de patiënte bekijken voor hij een implantaat kan voorschrijven.
Hoe werkt het implantaat?
Het implantaat geeft elke dag kleine dosissen synthetisch progestageen vrij.
Zo ontstaat een drievoudige werking:
- Het voorkomt een eisprong.
- Het verdikt het slijm van de baarmoederhals om de doorgang voor de zaadcellen te bemoeilijken.
- Het verdunt het baarmoederslijmvlies om een eventuele innesteling moeilijker te maken.
Het is 99,95%1 doeltreffend.
Wie plaatst en verwijdert het implantaat?
Het inbrengen en wegnemen van het implantaat moet gebeuren door een arts die vertrouwd is met de werkwijze.
De patiëntes kunnen naar een arts worden doorverwezen door een centrum voor gezinsplanning, maar ook door huisartsen of gynaecologen die niet vaak met dit anticonceptiemiddel werken.
Plaatsing van het hormonaal implantaat
De arts begint met de plaats waar het implantaat zal worden ingebracht lokaal te verdoven. Dat is de binnenkant van de arm waarmee de vrouw niet schrijft. De plaatsing duurt slechts enkele minuten: met een injectienaald voor eenmalig gebruik wordt het implantaat onder de huid ingebracht.
Dat gebeurt doorgaans tussen de 1ste en 5de dag van de maandstonden wanneer in de vorige maand geen ander hormonaal anticonceptiemiddel werd gebruikt.
Als de vrouw de vorige maand een voorbehoedsmiddel met oestroprogestativa gebruikte, dan wordt het anticonceptiestaafje idealiter ingebracht op de dag waarop zij met dat voorbehoedsmiddel aan een nieuwe cyclus zou beginnen. Dat is met andere woorden tijdens of aan het einde van de vaste stopweek of tijdens de inname van de placebotabletten bij sommige pilsoorten.
Bij gebruik van een anticonceptiemiddel met alleen progestativa gebeurt de plaatsing als volgt:
- Koperspiraal: op de dag van verwijdering.
- Pil met een progestativum: binnen 24 uur na inname van de laatste pil.
- Prikpil: de dag van de volgende prikpil.
Het hormoonstaafje biedt in al deze gevallen meteen bescherming.
Als het hormonaal implantaat op een ander moment wordt ingebracht, dan moet in de 7 daaropvolgende dagen nog een extra voorbehoedsmiddel zonder hormonen worden gebruikt (bijvoorbeeld een condoom).
Het implantaat is na de plaatsing onzichtbaar en pijnloos. De vrouw voelt het wel zitten wanneer ze op de plaats van het staafje over haar arm wrijft. Als het bij aanraking van de arm niet meer voelbaar is, moet het via een röntgenfoto worden gelokaliseerd om het te verwijderen.
Het hormoonimplantaat verwijderen
Het anticonceptiestaafje blijft maximaal 3 jaar zitten, maar bij vrouwen boven de 80 kg wordt het sneller weggehaald. Het kan op om het even welk moment binnen die periode worden verwijderd. De vrouw moet gewoon een arts raadplegen, die het vervolgens net als bij het inbrengen zal wegnemen onder plaatselijke verdoving.
Voordelen van het implantaat
- De vrouw hoeft ongeveer 3 jaar niet meer aan anticonceptie te denken.
- Het is doorgaans niet zichtbaar.
- De maandstonden worden lichter en minder pijnlijk. Bij sommige vrouwen verdwijnen ze zelfs volledig, zonder gevaar voor hun gezondheid.
- De contraceptieve doeltreffendheid blijft behouden bij braken of diarree aangezien het hormoon onder de huid wordt verspreid.
Hoeveel kost
een hormoonimplantaat?
Voor de volledige periode van 3 jaar kost +/- € 36 voor vrouwen jonger dan 21 jaar en +/- € 144 voor vrouwen ouder dan 21 jaar.
Ongemakken en bijwerkingen
- De doeltreffendheid kan afnemen onder invloed van bepaalde geneesmiddelen
(sint-janskruid, sommige medicijnen tegen tuberculose en epilepsie, en antiretrovirale middelen). - De maandstonden kunnen onregelmatig worden.
- Er kunnen onaangename bijwerkingen optreden: hoofdpijn, spotting, gewichtstoename, acne.
Ook een veranderd libido en labiliteit komen in mindere mate voor. Deze worden echter niet altijd veroorzaakt door het anticonceptiestaafje.
- Het hormoonimplantaat beschermt niet tegen soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen).
- Na het verwijderen kan op de arm een litteken zichtbaar blijven.
Publicatiedatum : 11-01-2016
Bron 1 : OMS, Medical eligibility criteria for contraceptive use - Part II, 5th edition (2015), p. 102