Wanneer eicellen aangeprikt werden met het oog op een in-vitrofertilisatie (IVF) worden ze in het laboratorium in contact gebracht met zaadcellen. In dit stadium gebeurt het dat meerdere eicellen bevrucht worden, maar die kunnen niet allemaal tegelijk ingeplant worden in de baarmoeder.

Picto_cryopreservation

Cryopreservatie op – 196 °C

Overtallige embryo’s van goede kwaliteit kunnen bewaard en ingevroren worden. Als de eerste poging tot in-vitrofertilisatie mislukt, moeten die ingevroren embryo’s eerst gebruikt worden bij een tweede poging.

Hoe meer ingevroren embryo’s er zijn, hoe groter de kans op succes van de transfer in de baarmoeder van de vrouw. Sommige embryo’s overleven het ontdooiingsproces namelijk niet. Bovendien is het zo dat ontdooide embryo’s zich doorgaans minder goed innestelen in de baarmoeder dan niet ingevroren embryo’s.

De overtallige embryo’s worden in fijne plastic rietjes gebracht, die zelf in een diepvriesvat met vloeibare stikstof worden geplaatst, op een temperatuur van - 196 °C. Dat is de invriesprocedure (cryopreservatie). Op het rietje staan alle identificatiegegevens. Die embryo’s moeten worden gebruikt binnen een termijn van maximaal vijf jaar.

Ondertekening van een contract

Als een paar een IVF-behandeling opstart, wordt de bestemming van de overtallige ingevroren embryo’s geregeld door een contract, dat beide partners moeten ondertekenen.

Dit contract vermeldt de wensen van het koppel in verband met het lot van die embryo’s. Als het koppel de voorraad ingevroren embryo’s niet langer nodig heeft, kan het ze wegschenken voor gebruik door andere koppels of voor wetenschappelijk onderzoek, of het kan ze laten vernietigen. Dat contract bepaalt eveneens wat er moet gebeuren met de embryo’s als de toestand binnen het koppel verandert, als ze bijvoorbeeld uit elkaar gaan of als een van de partners overlijdt.

Artikel opgemaakt onder toezicht van Dr Gautier Vandenbossche

Publicatiedatum : 09-02-2016