Is hormonale substitutietherapie gevaarlijk?
Wat is HST?
Bij hormonale substitutietherapie of HST worden natuurlijke of synthetische vrouwelijke hormonen toegediend om de onaangename symptomen van de menopauze te verminderen.
In het begin van de jaren 2000 hadden verschillende studies – waarvan de bekendste een Amerikaanse (Women’s Health Initiative of WHI) en een Britse studie (Million Women Study of MWS) – geen goed woord over voor deze behandelingen: meer gevallen van borstkanker, hart- en vaatziekten, veneuze trombose, dementie, enz. Hoe zit dat nu echt?
Sinds de publicatie van deze studies is er al veel rechtgezet. Enerzijds met de publicaties waarin de auteurs die betrokken waren bij deze studies hun fouten toegeven (selectie van patiënten die al risicofactoren vertoonden, gebruik van te hoog gedoseerde of ongeschikte moleculen, enz.). Ze zeiden zelfs dat vrouwen tijdens de jaren na de publicatie van de studies ten onrechte de voordelen ontnomen waren die tot een verbetering van hun levenskwaliteit konden leiden.
Bovendien lijken de resultaten van recente studies (KEEPS, ELITE, DROP, CECILE) en de voortzetting van de studies ESTHER en E3N te bevestigen dat er wel degelijk voordelen zijn en dat er geen risico is op hart- en vaatziekten, kankers en trombo-embolie wanneer de HST correct wordt gevolgd.
Risico op borstkanker door HST
De invloed van hormonale substitutietherapie op de ontwikkeling van borstkanker is heel moeilijk te bepalen1. Deze kwaadaardige tumor is immers een van de meest voorkomende tumoren (1 vrouw op 9) en kan aan verschillende factoren liggen, zoals:
- de levensstijl (alcoholgebruik, te weinig lichaamsbeweging, overgewicht, enz.),
- de gynaecologische en verloskundige voorgeschiedenis (de leeftijd van de puberteit, van de menopauze en van de eerste zwangerschap, het aantal zwangerschappen, borstvoeding, enz.).
Bovendien is het verhoogde risico op borstkanker enkel aangetoond voor bepaalde HST. Het type progestativum dat in die HST wordt gebruikt, is daarbij de grote schuldige. De combinatie van een oestrogeen en een progestatief houdt een groter risico in dan dydrogesteron en natuurlijk gemicroniseerd progesteron. De Amerikaanse therapieën zijn ook anders dan de therapieën die in Europa worden voorgeschreven. De Europese behandelingen leunen zo dicht mogelijk aan bij de natuurlijke hormonen.
De duur van de therapie speelt ook een rol. Als een vrouw bijvoorbeeld langer dan 5 jaar substitutiehormonen neemt, verhoogt het risico op borstkanker, ook al gaat het maar om een lichte verhoging. Als de behandeling wordt stopgezet, daalt het risico terug tot een niveau dat vergelijkbaar is met dat van vrouwen die geen HST hebben gevolgd.
Het risico op hart- en vaatziekten door HST
Bij hormonale substitutietherapie tijdens de overgang is er een lichte verhoging van het risico op veneuze trombose. Hierbij vormt zich een bloedklonter in een ader, die flebitis of een longembolie kan veroorzaken. Arteriële trombose (vorming van een bloedklonter in een slagader) is ook mogelijk.
Maar net zoals bij borstkanker heeft het type product dat in de HST wordt gebruikt een grote invloed op deze risico’s. Ze zijn namelijk lager bij oestrogenen die niet oraal worden toegediend (pleister, gel, enz.).
Er moet ook rekening worden gehouden met het moment waarop de HST wordt gestart. Na de menopauze moet vroeg genoeg begonnen worden met de HST om een preventief effect te hebben op de vorming van atherosclerotische plaques in de slagaders.
Het risico op hart- en vaatziekten door HST neemt vooral toe tijdens het eerste jaar van de behandeling en bij vrouwen bij wie de risicofactoren al aanwezig zijn, zoals leeftijd, zwaarlijvigheid of stollingsafwijkingen.
Voorzorgsmaatregelen bij HST
Door de risico’s van hormonale substitutietherapie moet men toch voorzichtig blijven met dit soort medicatie.
- HST wordt enkel voorgeschreven als de patiënte geen enkele risicofactor vertoont en als de symptomen van de menopauze hinderlijk zijn in het dagelijkse leven. Veel vrouwen komen deze periode immers heel goed door en hebben geen enkele behandeling nodig.
- De dosering en het type HST moeten regelmatig worden herzien zodat ze kunnen worden aangepast of stopgezet op basis van de ernst van de symptomen.
Deze hormonale substitutietherapie wordt afgeraden bij vrouwen met:
- een voorgeschiedenis van een hormoonafhankelijke kanker, zoals borstkanker en baarmoederkanker (oestrogenen kunnen de kanker opnieuw activeren),
- een veneuze of arteriële trombo-embolische aandoening of een voorgeschiedenis daarvan,
- een genitale bloeding met onbekende oorzaak,
- een leveraandoening,
- een allergie voor een van de bestanddelen van de HST.
Het risico op borstkanker of baarmoederslijmvlieskanker en het risico op hart- en vaatziekten verhoogt natuurlijk ook met de leeftijd. Daarom raadt men alle vrouwen in de menopauze aan om regelmatig naar hun arts te gaan voor een algemeen en een gynaecologisch onderzoek.
Publicatiedatum : 11-01-2016
Bron 1 : Update International Menopause Society recommendations on MHT, Climateric 2013;16:316-337