Mijn eerste pil: 7 belangrijke vragen
1. Wat is de pil?
De pil is een oraal anticonceptiemiddel op basis van hormonen. Het is ook het meest gebruikte anticonceptiemiddel voor vrouwen.
De anticonceptiepil zit verpakt in strips met een bepaalde hoeveelheid tabletten. Die moeten gedurende een bepaalde periode elke dag worden ingenomen op een vast tijdstip.
Er bestaan verschillende soorten pilstrips:
21 :
Deze strip bevat 21 tabletten.
Daarvan neem je er elke dag één.
Als de strip leeg is, wacht je 7 dagen voor je aan een nieuwe strip begint
21 + 7 ou 24 + 4 :
Deze strip bevat 28 tabletten. Deze pil neem je elke dag in, zonder onderbreking. Er is geen stopweek. Als de strip leeg is, begin je meteen aan een nieuwe.
De werking is eenvoudig: de pil produceert een lage dosis vrouwelijke hormonen die ervoor zorgen dat je geen ovulatie meer krijgt. Als er geen eicel vrijkomt uit de eierstokken, is er geen contact met de zaadcellen die doordringen in de eileiders.
Onderweg is er dus geen bevruchting mogelijk.
2. Wat is de samenstelling van de pil en hoe werkt ze?
Er bestaan twee soorten anticonceptiepillen:
1. De combinatiepil.
Deze pil bevat twee soorten hormonen: oestrogeen en progestageen.
Deze pil werkt op drie manieren:
- ze voorkomt dat er een eicel vrijkomt uit de eierstokken;
- ze wijzigt de samenstelling van het baarmoederslijmvlies of endometrium en voorkomt dat een bevruchte eicel zich vastzet (innesteling);
- ze zorgt ervoor dat het baarmoederhalsslijmvlies dik en stug wordt, waardoor de zaadcellen er niet doorheen kunnen.
2. De anticonceptiepil met alleen progestageen die de dikte van het slijmvlies rond de baarmoederhals wijzigt.
Deze pil zit in een strip met 28 tabletten die je doorlopend moet innemen. Het voordeel van deze pil is dat je ze minder snel vergeet omdat er geen maandelijkse stopweek is.
3. Wat zijn de voordelen van de pil?
De pil is een bijzonder efficiënte manier om een zwangerschap te voorkomen, op voorwaarde dat ze correct en stipt ingenomen wordt.
Het grote pluspunt is wel dat ze, dankzij de manier waarop ze ingenomen wordt, de menstruatiecyclus regelt (ter herinnering: 21 dagen na elkaar, gevolgd door een stopweek, of 28 dagen na elkaar zonder onderbreking).
Sommige combinatiepillen kunnen zorgen voor minder acneklachten en verkleint ook het risico op eierstok-, baarmoederhals- en darmkanker. Ze heeft ook een effect op de menstruatie: die wordt minder overvloedig, minder pijnlijk en duur minder lang. Bepaalde pillen verzachten zelfs de symptomen van het premenstrueel syndroom.
4. Wat zijn de nadelen van de pil?
Voor een maximale betrouwbaarheid moet je de pil elke dag stipt innemen op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Soms heb je last van onschadelijke bijwerkingen, zoals gewichtstoename, hoofdpijn, gespannen borsten, rugklachten en pijn in de onderbuik.
Bepaalde geneesmiddelen zoals anti-epileptica kunnen de betrouwbaarheid van de pil verminderen.
Anderzijds kan de pil ook meer ernstige ongewenste effecten hebben. Ze kan daarnaast het risico op veneuze of arteriële trombose verhogen. Ook kan ze het risico op diabetes vergroten of een
verhoogde bloeddruk uitlokken.
Afhankelijk van het profiel kiezen sommige vrouwen liever een bepaald type pil, zelfs een andere vorm van anticonceptie.
De pil is dan ook minder aangewezen voor:
- rooksters
- vrouwen die last hebben van
- stoornissen in de bloedsomloop
- zwaarlijvigheid
- suikerziekte
- leverziekte
- trombose, aderontsteking of een infarct,
- borstkanker, baarmoederhalskanker of eierstokkanker
Vergeet dus vooral niet om jouw gezondheidstoestand te bespreken met je arts of gynaecoloog voor je de pil neemt.
5. Voor het eerst de pil nemen: hoe gebruik je ze?
Je hebt beslist om de pil te nemen. Het eerste wat je moet doen is een afspraak maken met je huisarts of gynaecoloog. Hij zal vragen stellen om je algemene gezondheidstoestand te kennen en alle denkbare contra-indicaties uit te sluiten. Hij wil dus jouw anamnese of medische voorgeschiedenis kennen. Gewoonlijk volstaat dat gesprek om een voorschrift voor de pil te krijgen. Met dat doktersrecept hoef je alleen maar een apotheek binnen te stappen om er je doosje pillen te kopen.
Vervolgens is er de manier waarop je de pil moet innemen. Deze fase is zeer belangrijk, zorg er dus voor dat je alle onderstaande aanbevelingen nauwgezet opvolgt:
De allereerste pil neem je op de eerste dag van je menstruatie. Je bent dan meteen beschermd;
Gebruik je een pilstrip met 21 tabletten?
Neem een pil elke dag op een vast tijdstip en ga daar mee door tot de pilstrip op is. Dat stemt overeen met een cyclus van 21 dagen. Vervolgens las je een stopweek in: gedurende 7 dagen neem je geen pil. Tijdens die periode menstrueer je. Na die 7 dagen begin je met een nieuwe pilstrip, ook als je nog menstrueert! Zo begin je altijd een nieuwe pilstrip op dezelfde dag van het week.
Gebruik je een pilstrip met 28 tabletten?
Neem dan elke dag een pil gedurende 28 opeenvolgende dagen. Begin onmiddellijk met een nieuwe strip als de vorige leeg is. Er is geen stopweek. En ook als je nog menstrueert, begin je met een nieuwe pilstrip!
Handige tip:
op de strip staat meestal boven elke pil de dag vermeld. Als je weet op welke dag je begonnen bent, zie je meteen of je juist zit.
Handige tip:
om te vermijden dat je de pil vergeet in te nemen, kies je best een vast tijdstip uit.
Bijvoorbeeld ‘s ochtends na het opstaan of ‘s avonds voor je gaat slapen. De pil innemen wordt dan een automatisme waar je niet hoeft bij na te denken.
6. Wat doen als je de pil vergeet in te nemen?
Je weet dat je, voor zover mogelijk, de pil elke dag moet innemen en dat liefst op hetzelfde tijdstip.
Als je vergeet de pil in te nemen op het gebruikelijke tijdstip, is het zeer belangrijk dat het tijdsverschil niet groter is dan 12 uur. Alleen dan ben je nog beschermd.
Als je langer dan 12 uur wacht, verliest de pil haar betrouwbaarheid als anticonceptiemiddel.
Als je de pil vergeten bent:
- in week 1 of week 2 van jouw cyclus, dan mag je de vergeten pil innemen samen met de volgende pil (een voorbeeld: op dinsdag stel je vast dat je op maandag jouw pil niet ingenomen hebt. Slik dan op dinsdag twee pillen, die van de maandag en die van de dinsdag). Neem de rest van de strip normaal verder in tot hij helemaal leeg is.
- in week 3 van jouw cyclus, is de contraceptieve werking van jouw pil niet langer betrouwbaar. Gebruik gedurende minstens 7 dagen nog een andere anticonceptiemiddel naast de pil, bijvoorbeeld een condoom.
Meer informatie is te vinden in het artikel ‘Tips en tricks om je pil niet te vergeten’.
7. Ik heb diarree, ik moet braken. Heeft de pil al gewerkt?
In bepaalde gevallen is de pil niet langer betrouwbaar. Dat kan gebeuren wanneer je hevige diarree krijgt binnen de 10 uur na de inname van de pil of wanneer je moet braken binnen de 4 uur na de inname.
Maar geen paniek! Neem dan een nieuwe pil en gebruik de strip verder tot hij leeg is. De strip zal bijgevolg een dag eerder opgebruikt zijn. Je moet dan ook een dag eerder met de volgende pilstrip beginnen. Een andere oplossing is dat je de pil voor die dag uit een andere strip neemt die je dan verder gebruikt als noodstrip als je nog eens een probleem hebt.
Heb je vragen of twijfel je? Neem dan contact op met je arts of gynaecoloog en vraag hem om advies.
Opgelet:
de anticonceptiepil beschermt niet tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s).
Gebruik naast de pil altijd een condoom als je seks hebt. Je kunt maar beter op zeker spelen!
Publicatiedatum : 11-01-2016