Is natuurlijke anticonceptie efficiënt?

Welke natuurlijke anticonceptiemethodes bestaan er?

Dit zijn vier van de bekendste technieken voor natuurlijke anticonceptie:

De temperatuurmethode: met deze techniek kunnen vrouwen hun vruchtbare periodes opsporen door hun lichaamstemperatuur te meten. Dat moet elke ochtend op hetzelfde tijdstip en voor het opstaan gebeuren. Een stijging van 0,2 à 0,4 °C kan wijzen op een eisprong. Aangeraden wordt om tot drie dagen na deze temperatuurstijging geen onbeschermde geslachtsgemeenschap te hebben. Er bestaan cycluskaarten in elektronische vorm waarmee u de evolutie van de gemeten temperaturen beter kunt volgen.
Coïtus interruptus: de partner trekt zich terug voor de zaadlozing.
Oginomethode of periodieke onthouding: op een cyclus van 28 dagen is een vrouw maar enkele dagen per maand vruchtbaar, telkens rond de periode van de eisprong. Bij vrouwen met een regelmatige cyclus vindt de eisprong theoretisch 14 dagen na de eerste dag van de maandstonden plaats. Periodieke onthouding houdt in dat u zich voor en na deze datum een aantal dagen van elke geslachtsgemeenschap onthoudt.
De Billingmethode: is gebaseerd op het onderzoek van het cervixslijm. Als het slijm draden vormt en vloeibaarder wordt, moet u zich van geslachtsgemeenschap onthouden.
Sommige methodes, zoals de sympto-thermale methode, combineren de waarneming van meerdere aspecten (in dit geval de lichaamstemperatuur en het cervixslijm) om de periodes van vruchtbaarheid te achterhalen.

Efficiënt op papier

Hoewel deze methodes geen perfecte bescherming bieden, hebben ze theoretisch - en in ideale omstandigheden - een efficiëntie van 96 %⁽¹⁾. Maar de reële efficiëntie bij gebruik in de praktijk ligt lager omdat er van alles mis kan gaan:

De lichaamstemperatuur kan bijvoorbeeld door verschillende factoren worden beïnvloed. Zo kan een heel lichte koorts de resultaten vertekenen.
Bij coïtus interrupus bestaat altijd het gevaar dat de partner zich niet op tijd terugtrekt. Bovendien kan ook de preseminale vloeistof die vóór de zaadlozing vrijkomt al spermatozoïden bevatten.
Het uitrekenen van de dag van de eisprong - in de Oginomethode - is puur theoretisch: zelfs bij vrouwen met een regelmatige cyclus is de eisprong niet altijd voorspelbaar!
Het onderzoek van het cervixslijm blijft iets subjectiefs en is dus vatbaar voor interpretatie. Bovendien kunnen bepaalde infecties de textuur van het slijm veranderen en dus tot fouten leiden.
Goed om te weten: spermatozoïden kunnen nog vijf dagen in het lichaam van de vrouw overleven. Geslachtsgemeenschap in de dagen voor de eisprong kan dus uitmonden in een zwangerschap!
…

In de praktijk weinig efficiënt

Het gevolg is dat vrouwen die gebruikmaken van deze technieken het eerste jaar dat ze deze anticonceptiemethodes toepassen 25 tot 27 %⁽¹⁾ kans op ‘een ongelukje’ lopen en dus zwanger kunnen worden. Dat komt neer op ongeveer één op de vier vrouwen! Bij vrouwen die weinig gemotiveerd zijn, loopt het risico zelfs op tot 75 %⁽²⁾.

De natuurlijke anticonceptiemethodes zijn dus eerder weggelegd voor koppels die een minder strikte geboorteplanning hebben en bijvoorbeeld de zwangerschappen gewoon wat meer willen spreiden maar ze niet tot elke prijs willen uitsluiten.

De juiste oplossing in uw persoonlijke situatie

Wilt u van anticonceptiemethode veranderen? Stel u dan vooral de vraag waarom u dat wilt. Misschien bestaan er wel andere oplossingen die u beter liggen. Als u bang bent de pil te vergeten en dat wilt voorkomen, kan een implantaat (matje) of een vaginale ring - om de drie weken in te brengen - een optie zijn. Als u niet zo tuk bent op hormonale oplossingen, kan het koperen spiraaltje een alternatief zijn. Het spiraaltje kan trouwens ook voor vrouwen die nog nooit kinderen hebben gehad.

Aarzel niet om erover te praten met uw gynaecoloog of huisarts. Hij kan u de oplossing helpen vinden die het beste voor u geschikt is.