Ongeveer 6,6 % van alle baby’s in België worden te vroeg geboren1. Wat zijn de oorzaken van prematuriteit (vroeggeboorte)? Welke risico’s loopt de baby? Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?

Welke vroeggeboorte?

Volgens de WGO is er sprake van vroeggeboorte (‘prematuurtje’) als de baby ter wereld komt vóór de 37ste week amenorroe. Er bestaan drie categorieën prematuriteit, afhankelijk van het tijdstip van de bevalling:

  • Matige of laattijdige prematuriteit (tussen de 33ste en de 36ste week amenorroe)
  • Ernstige prematuriteit (tussen de 28ste en de 32ste week amenorroe)
  • Extreme prematuriteit (vóór de 28ste week amenorroe).

Wanneer een kind te vroeg geboren wordt, heeft het wel alle organen, maar die zijn onvoldoende ontwikkeld, wat risico’s kan inhouden voor zijn gezondheid en zijn overlevingskansen. Ook het immuunsysteem is vaak nog onderontwikkeld, wat tot zware infecties kan leiden.

Prematuriteit: welke risicofactoren?

Prematuriteit kan veroorzaakt worden door diverse factoren van moederlijke of foetale oorsprong.

1. Risicofactoren bij de moeder


2. Risicofactoren bij de foetus

  • Meervoudige zwangerschap
  • Chromosoomafwijkingen bij de baby
  • Afwijking bij de foetus tijdens de zwangerschap (groeiachterstand enz.).

Ongeveer de helft van alle vroeggeboorten gebeurt spontaan, als gevolg van vroegtijdige weeën. Bij de overige 50 % gaat het om ingeleide bevallingen, omdat de foetus of de moeder een risico lopen.

Een zware beproeving voor de ouders

Prematuriteit is een zware beproeving voor de ouders, die veel moed en energie vergt. Ze hebben vaak zeer veel moeite met de vroegtijdige en brutale scheiding van hun baby en ook dikwijls het gevoel dat ze de eerste momenten volledig gemist hebben.

Gelukkig is een couveuse geen steriele stolp: de ouders kunnen zo vaak als ze willen bij hun baby zijn, hem strelen en in de armen nemen zodra zijn gezondheidstoestand dat mogelijk maakt. Ook huidcontact is zeer heilzaam voor prematuurtjes.

Welke behandeling?

Afhankelijk van zijn toestand en van de nodige zorg, wordt de te vroeg geboren baby behandeld op de dienst neonatale reanimatie of op neonatologie.

Hij wordt dan in een couveuse gelegd, een schelp in kunststof die de omgeving van de baarmoeder nabootst (temperatuur van 34 à 35°C, vochtigheidsgraad van 80 %), zodat hij verder kan groeien in optimale omstandigheden. De behandeling van de baby hangt af van het stadium van prematuriteit. Elke baby wordt daarbij onder individuele en permanente monitoring geplaatst. Hij krijgt aangepaste zorg om de onderontwikkelde vitale functies te ondersteunen of zelfs te vervangen, in afwachting dat zijn organen zelfstandig kunnen functioneren. Mogelijk moet hij dus sondevoeding, ademhalingsondersteuning enz. krijgen.

In sommige kraamklinieken doen vreemde octopusjes hun intrede…

Het idee komt uit Engeland, waar het verzorgend personeel van het Poole-ziekenhuis in Dorset die ongewone knuffels geeft aan prematuurtjes. Hun tentakels doen de baby denken aan de navelstreng en dus aan de buik van hun mama. Resultaat: ze voelen zich veiliger en rustiger.

 

Welke nasleep?

Baby’s mogen uit de couveuse als ze meer dan 2 kg wegen. Ze zijn klaar om naar huis te gaan als hun gezondheidstoestand het toelaat en ze voldoende autonoom zijn, vooral op het vlak van spijsvertering en ademhaling. Na het ziekenhuisverblijf krijgen prematuurtjes meestal nog een aangepaste medische behandeling, om eventuele ontwikkelingsproblemen op te sporen. Het is moeilijk om vooraf te weten of het kind op lange termijn complicaties zal krijgen of met een nasleep zal kampen. Hoe vroeger de geboorte, hoe talrijker en hoe ernstiger de complicaties dreigen te zijn.

Zo komen neurologische complicaties (motorische, cognitieve en sensoriële stoornissen) vaker voor bij ernstige vroeggeboorten. Maar ook matige vroeggeboorten kunnen nadien met gezondheidsproblemen kampen. Zo komen leerstoornissen en/of ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) vaker voor dan bij de algemene bevolking.

Welke beschermende factoren?

Drie factoren verbeteren de prognose van prematuurtjes:

  • Van het vrouwelijk geslacht zijn: meisjes lopen minder risico op vroeggeboorte en ontwikkelen minder complicaties dan jongens.
  • Een voldoende lange zwangerschap: hoe voldragener de baby, hoe lager het risico op complicaties.
  • Een geboortegewicht dat hoger ligt dan normaal voor zijn leeftijd.
Artikel opgemaakt onder toezicht van Dr Nicolas Evrard
Bron : Centre Fédéral d’Expertise des Soins de Santé (KCE). KCE Report 228Bs. Prévention de l’accouchement prématuré chez les femmes à risque – évaluation de quelques mesures courantes. 2014.
Publicatiedatum : 26-07-2017