Prolapsus (prolaps) is nog altijd miskend en taboe, ook al komt die afwijking frequent voor bij vrouwen, vooral na 45 jaar. Het is belangrijk om meer te weten over orgaanverzakking, kwestie van erover te durven praten en het probleem te behandelen.

Wat is een prolaps precies?

Alles begint bij het perineum (bekkenbodem), een soort ‘hangmat’ die bestaat uit spieren en ligamenten, en die alle organen van het kleine bekken ondersteunt: geslachtsorganen, blaas en rectum (endeldarm). Deze zone is kwetsbaarder dan op het eerst gezicht lijkt, en het gewicht dat ze moet dragen, is aanzienlijk. Bij veel vrouwen – volgens studies1 tussen 11 en 40% van alle vrouwen boven de 45 jaar – begint dat geheel met de leeftijd uiteindelijk tekenen van zwakte te vertonen. In dat geval wordt een zogenaamde prolaps vastgesteld, met andere woorden: een verzakking van bepaalde organen, zoals de blaas, de baarmoeder en het rectum, die vaak gaandeweg verzwakken.

 

 

Organen van het kleine bekken

1. vagina
2. baarmoederhals
3. baarmoeder
4. eierstokken
5. eileiders
6. blaas
7. dikke darm
8. schaambeen
9. perineum

Wat zijn de symptomen van een prolaps?

In de verst gevorderde stadia is een prolaps zichtbaar en voelbaar: de vaginawand komt zo sterk onder druk te staan dat hij uitpuilt. De vrouw stelt in dat geval vast dat er een vlezige massa uit de vagina komt. Meestal zijn de symptomen echter discreter en is er gewoon sprake van een zwaartegevoel in de vagina of in het bekken. Ook constipatie of last tijdens het vrijen, komt relatief vaak voor. Een prolaps kan ook gepaard gaan met urine-incontinentie, meer bepaald inspanningsincontinentie, een teken dat de bekkenbodemspieren hun rol niet meer naar behoren vervullen. Soms heeft de vrouw moeite om haar blaas te ledigen, haar urine op te houden enz.

Relatieve hinder

Veel vrouwen met een prolaps merken het probleem niet en worden dus niet behandeld. Een deel van hen heeft niet de minste last, of te weinig om medische hulp te zoeken. Zo kan het gebeuren dat de arts een prolaps pas ontdekt tijdens een onderzoek.

Een prolaps is echter ook nog altijd vrij taboe en wordt al te vaak gebanaliseerd, ook door een deel van het medisch personeel. Een orgaanverzakking wordt dan ten onrechte beschouwd als een normaal gevolg van het verouderingsproces of van de bevalling. Dat is jammer, want er bestaan wel degelijk oplossingen. Vraag bij twijfel of hinder altijd advies aan uw gynaecoloog.

Een prolaps verergert niet altijd spontaan. Er kan blijvende hinder zijn zonder dat er een orgaanverzakking ontstaat. Na de diagnose hebben vrouwen de tijd om na te denken over de gewenste behandeling.

Dr Ann Pastijn, gynaecologe in het UCM Sint-Pieter

Kan een prolaps behandeld worden?

Er bestaan doeltreffende behandelingen voor een prolaps. In een niet vergevorderd stadium kan kinesitherapie volstaan om het perineum te versterken, tot het opnieuw goed functioneert. Geef de voorkeur aan een gespecialiseerde kinesitherapeut(e), en eventueel iemand die de biofeedback-methode kan gebruiken, om u een beter idee te geven van de reacties van uw lichaam.

Is de prolaps verder gevorderd, dan kan chirurgie beterschap bieden, doordat de organen weer op hun plaats gebracht worden. Uw arts kan er eventueel voor kiezen om een synthetisch weefsel te gebruiken dat extra steun biedt aan de organen, of hij kan de natuurlijke weefsels gebruiken.

Hoe voorkomen ?

De risicofactoren van prolaps zijn vrij goed gekend:

  • Bevallingen, vooral als ze lang duren of traumatiserend zijn voor de bekkenbodemregio (gebruik van de verlostang bijvoorbeeld).
  • De menopauze, die de soepelheid en stevigheid van de perineumweefsels vermindert.
  • Chirurgische ingrepen in de perineumzone.
  • Alles wat de buikdruk verhoogt: beroepen waarbij zware lasten moeten worden getild, langdurig rechtstaan, chronische hoest, overgewicht …
  • Wellicht zijn er ook erfelijke factoren in het spel.

Sommige van die factoren kan men wijzigen, maar niet allemaal. Als u risico loopt, kunnen kinesitherapie en oefeningen om de bekkenbodem te verstevigen (perineale revalidatie), de weerstand van uw perineum in zekere mate versterken.

Dit artikel kwam tot stand onder leiding van dr. Ann Pastijn, gynaecologe in het UMC Sint-Pieter.
Bronnen : (1) 11% bij vrouwen boven de 45 jaar:  Am J Obstet Gynecol. 2009 Feb;200(2):184.e1-7. doi: 10.1016/j.ajog.2008.08.070. Epub 2008 Dec 25. 40% bij vrouwen in de menopauze:  Can Urol Assoc J. 2017 Jun; 11(6Suppl2): S125–S130.
Publicatiedatum : 10/04/2020