Uw eerste voorbehoedsmiddel kiezen
Hoe kiest u het middel dat het beste bij u past?
Maak een afspraak bij een zorgverlener (huisarts, gynaecoloog, vroedvrouw of in een centrum voor gezinsplanning) en leg hem of haar uit waarom u komt. Voor bijna alle voorbehoedsmiddelen hebt u een voorschrift nodig. Bovendien kunt u tijdens de raadpleging nuttige informatie krijgen, ongetwijfeld ook over dingen waar u zelf nog niet aan had gedacht.
Enkele sleutelvragen
Alvorens u naar de arts of de gynaecoloog gaat, leggen we u een aantal vragen voor die u kunnen helpen om het onderwerp aan te snijden als het zover is.
- Kent u alle beschikbare voorbehoedsmiddelen?
- Moet u snel beslissen (als u de vorige dagen onbeschermde seks hebt gehad, als u binnenkort seksuele betrekkingen wil hebben)? Of kunt u nog wat wachten alvorens u beschermd bent tegen een zwangerschap?
- Hoe vaak wilt u aan uw voorbehoedsmiddel denken: elke dag, of minder vaak?
- Voelt u u vertrouwd met uw lichaam? Zou u bijvoorbeeld een voorbehoedsmiddel in uw vagina willen inbrengen?
- Wilt u niet afhangen van uw partner(s) in het gebruik van het anticonceptiemiddel?
- Hoe ervaart u uw menstruatie? Wilt u ze regelmatig blijven hebben of helemaal niet meer?
- Moet de contraceptieve werking omkeerbaar zijn zodra u met de anticonceptie stopt?
- Wilt u (nog) kinderen?
- Neemt u medicijnen, zelfs zonder voorschrift? Vergeet dat dan niet te melden tijdens het gesprek, want sommige medicijnen kunnen de werking van hormonale anticonceptiemiddelen verminderen.
- Wat is uw budget?
Het gesprek bij de dokter
De raadpleging is vertrouwelijk. Alles wat u zegt, blijft binnen de vier muren van de praktijk, u kunt dus vrijuit praten. U hebt geen toestemming nodig van uw ouders of van uw partner. Als u dat wenst, kan er iemand met u meegaan, maar hij of zij zal u een ogenblik alleen laten met de dokter.
Om te beginnen, zal de arts u vragen stellen waardoor hij kan bepalen welke voorbehoedsmiddelen eventueel bij u passen. Dit gedeelte van het gesprek heet de anamnese.
Hij kan u vragen stellen over uw levensstijl, of u een stabiele relatie hebt of niet, of u al seksuele betrekkingen hebt gehad, of u al zwanger bent geweest, of u rookt, of u bepaalde medicijnen neemt, enz. Hij zal informatie verzamelen over uw familiale voorgeschiedenis: bijvoorbeeld gevallen van kanker bij vrouwen (borstkanker, baarmoederslijmvlieskanker, eierstokkanker), diabetes, vaatziekten (flebitis, beroerte, hartinfarct, longembolie, enz.).
Als u een voorkeur hebt voor bepaalde methoden, zal hij daar rekening mee houden.
De arts zal u ook onderzoeken om eventuele contra-indicaties vast te stellen. Hij zal uw gewicht, lengte, body mass index (BMI) en bloeddruk meten. Daarna kan hij een gynaecologisch onderzoek uitvoeren als hij dat nodig acht. Anders wordt dit uitgesteld naar het volgende bezoek.
Door deze verschillende fasen van de raadpleging kan de arts de methode of methoden voorstellen die het meest zijn aangepast aan dit stadium in uw leven, en die het minste risico inhouden voor uw gezondheid en het falen van het voorbehoedsmiddel.
Hij zal u voor elke mogelijke oplossing de voor- en nadelen geven.
Ik heb gekozen, en nu?
Als u een beslissing hebt genomen, zal de arts u het gebruik van het voorbehoedsmiddel uitleggen en vanaf wanneer u volledig beschermd bent tegen een zwangerschap.
In het begin zullen er misschien bepaalde bijwerkingen optreden die, afhankelijk van het type, zullen verminderen tijdens de volgende cycli of die erop kunnen wijzen dat het voorbehoedsmiddel niet geschikt is voor u. Als u u op dat moment zorgen maakt, aarzel dan niet om naar de dokter te gaan en er met hem over te praten.
U zult ook te horen krijgen wat u moet doen ingeval het voorbehoedsmiddel faalt (pil of pleister vergeten, verlies van de ring, enz.), hoe u u kan beschermen tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) en hoe noodanticonceptie werkt.
Tot slot zal de dokter u een voorschrift meegeven en informatie verstrekken over de terugbetalingsmogelijkheden.
Het controlebezoek
Na drie maanden wordt een nieuwe afspraak gepland om samen met de arts te bepalen of u uw anticonceptiemiddel goed verdraagt of moet veranderen. Hij zal nagaan of u het correct gebruikt en of u geen bijwerkingen ervaart.
Als uw voorbehoedsmiddel een gecombineerd hormonaal anticonceptiemiddel (combinatiepil, pleister, ring) is, kan hij een bloedafname voorschrijven om elk risico op hart- en vaatziektes uit te sluiten.
Vergeet niet dat u op elk ogenblik van voorbehoedsmiddel kan veranderen!
In de loop van uw leven zult u anticonceptiemiddel evolueren, afhankelijk van de situatie.
Het is vooral belangrijk hierover te praten met een arts die u advies zal geven om in alle veiligheid over te schakelen.
Publicatiedatum : 12-01-2016