Vaginisme: de noodzaak om controle te krijgen over je lichaam
Wat is vaginisme?
Vaginisme is een seksuele functiestoornis die veroorzaakt wordt door het onwillekeurig samentrekken van de bekkenbodemspieren, waardoor penetratie onmogelijk wordt. Het gaat om een soort reflexmechanisme, te vergelijken met het automatisch sluiten van de ogen zodra er een voorwerp vlak in de buurt komt.
Het lichaam reageert los van de rede en de wil. Soms komt vaginisme voor na episodes van dyspareunie, pijn die optreedt bij seksueel contact. Omgekeerd kunnen de spierspasmen bij vaginisme ook dyspareunie veroorzaken.
Verschillende soorten vaginisme
Er bestaan verschillende soorten vaginisme:
- primair vaginisme: ontstaat bij het begin van het seksleven;
- secundair vaginisme treedt pas later op, na een zwangerschap bijvoorbeeld, terwijl de vrouw voordien een bevredigend seksleven had;
- algemeen vaginisme maakt elke penetratie onmogelijk, of het nu tijdens een gynaecologisch onderzoek is, om een tampon in te brengen of bij seksuele betrekkingen;
- occasioneel vaginisme komt alleen voor in specifieke omstandigheden.
Wat zijn de oorzaken van vaginisme?
Wanneer alle lichamelijke oorzaken (misvormingen) uitgesloten zijn, zoals een te dik maagdenvlies dat penetratie verhindert, zijn de oorzaken van vaginisme meestal psychologisch. De onwillekeurige contracties van de bekkenbodemspieren wijzen dan op angst voor pijn of om gepenetreerd te worden door een vreemd voorwerp.
Niet alle vrouwen zijn echter bereid om aan introspectie te doen om de oorzaak van die angst te achterhalen. Ze hebben geen zin om naar de onderliggende factor te zoeken, in het verleden of het onbewuste te gaan graven, zijn bang om een intieme relatie in vraag te stellen …
De oorzaken opsporen of een handleiding krijgen?
Veel vrouwen schrikken ervoor terug om op consult te gaan bij een seksuoloog, omdat ze nare herinneringen hebben aan een pijnlijk onderzoek bij een gynaecoloog of opzien tegen psychotherapie. “Sommige vrouwen hebben nood aan praten en willen weten waarom ze precies vaginisme hebben, andere verkiezen een soort handleiding om hun problemen te overwinnen. Ook daarvoor kunnen ze terecht bij een seksuoloog”, aldus seksuologe Alexandra Hubin.
Zo zijn er vrouwen die ondanks hun vaginisme toch genieten van seks zonder penetratie, en op consult gaan als ze zwanger willen worden. In dat geval hebben ze vooral praktische tips nodig.
Het is essentieel om pijn te vermijden. Zodra de vrouw op een probleem botst, gaan we terug naar de vorige stap. Een zachte en geleidelijke aanpak is hét sleutelwoord bij de behandeling van vaginisme.
Hoe kan vaginisme behandeld worden?
Naast psychotherapie bestaan er methoden om te leren de bekkenbodem te ontspannen en je lichaam beter te leren kennen. Het is dan de taak van de seksuoloog om de vrouw de geschikte methode aan te raden en haar te begeleiden bij de praktische uitvoering. Alleen, met haar partner, thuis of bij een gespecialiseerde kinesitherapeut. De oefeningen worden voorzichtig opgebouwd. “Het gaat erom je lichaam te leren beheersen zonder specifiek doel.”
Observeren, aanraken, onder woorden brengen wat je precies voelt … Hier enkele tips om je lichaam instinctief te leren kennen en inzicht te krijgen in de emotionele band met de eigen intimiteit.
Welke praktische oplossingen zijn er voorhanden?
Buikademhaling is één van de basistechnieken om alle lichamelijke spanningen te verminderen. Vervolgens kan de vrouw zichzelf leren observeren thuis. “Sommige vrouwen beseffen niet dat ze een samengetrokken vagina hebben.” In dat geval helpt ‘biofeedback’ bij een kinesitherapeut om de interacties tussen lichaam en geest te visualiseren. Tot slot bestaan er ook dilatators (staafjes), een soort seksspeeltjes die verkrijgbaar zijn in verschillende formaten en die je moeten leren hanteren.
Een multidisciplinaire aanpak optimaliseert de genezingskansen. Bij vaginisme zijn de vaakst geraadpleegde specialisten: een gynaecoloog, een psycholoog, een seksuoloog en een kinesitherapeut gespecialiseerd in bekkenbodemreëducatie.
Dit artikel kwam tot stand onder leiding van dr. Alexandra Hubin, doctor in de psychologie en seksuologe in de Universitaire Ziekenhuizen Saint-Luc.
Publicatiedatum: 31-05-2017