Wanneer men spreekt over anticonceptie komt de pil zonder enige twijfel als eerste oplossing naar voren. Waarom? Omdat dit een gemakkelijk en wijdverspreid anticonceptiemiddel is. Maar er is ook een probleem. Als men de pil niet elke dag inneemt, zeker als men jong is, is men vaak heel vruchtbaar. En een ongelukje, een ongewenste zwangerschap is een mogelijk risico. Men kan ook op andere manieren aan hormonale anticonceptie doen. Zo is er eveneens de anticonceptiepleister, een vleeskleurige pleister die men op het lichaam kleeft en die wekelijks vervangen moet worden. Men moet er dus minder dikwijls aan denken dan aan de dagelijkse pil. Naast de pleister is er ook de vaginale ring. Het gebruik daarvan is nog eenvoudiger, want met zo’n ring ben je een maand lang beschermd. De pil neemt men gewoonlijk in strips van 21 tabletten. De vaginale ring brengt men aan het begin van de cyclus in, net zoals je zou beginnen met een pilstrip. Na drie werken verwijder je de ring en dan volgt een ringvrije week waarin je menstrueert. Je hoeft er slechts één keer per maand aan te denken. En het is perfect mogelijk om seks te hebben met de ring in de vagina. Daarnaast bestaat er ook hormonale anticonceptie die geïnjecteerd wordt, zoals het hormonale implantaat. Deze vorm van anticonceptie is alleen op basis van progestageen. Je kunt het dus vergelijken met een progestageenpil. Het voordeel is wel dat in de meeste gevallen de menstruatie helemaal verdwijnt, al kun je soms last krijgen van tussentijds bloedverlies. Het grote voordeel is uiteraard dat je drie jaar lang niet aan anticonceptie moet denken, dat er dus geen risico is dat je iets vergeet in te nemen. Pas na drie jaar wordt het implantaat vervangen en dat is een prima oplossing voor verstrooide vrouwen.

Dr Mireille Smets († 10-11-2014), Gynaecoloog, Cliniques Universitaires Saint-Luc